Loading...
 

2 Samuel 18, 9-10.14b.24-25a.30 - 19,3

2 Samuel 18, 9-10.14b.24-25a.30 - 19,3: David treurt om Absalom

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 476-478)

Absalom zag in de verte plotseling een paar van Davids soldaten. Hij probeerde te vluchten en reed met zijn ezel onder een eik door. Maar Absalom bleef met zijn lange haar vastzitten in de takken. Hij bleef in de boom hangen, terwijl zijn ezel verder rende.
Eén van de soldaten zag wat er met Absalom gebeurde. Hij ging naar Joab en zei: ‘Ik heb Absalom gezien! Hij hangt in een boom!’

Toen zei Joab: ‘Ik ga niet op jou wachten, ik doe het zelf wel.’ En hij ging naar Absalom toe, die nog levend in de boom hing. Hij pakte drie speren en stak ze in Absaloms borst.

Intussen zat David bij de stadspoort. Eén van de bewakers klom op de stadsmuur om te kijken wat er buiten de stad gebeurde. Toen zag hij dat er een man aan kwam rennen. De man was alleen. Hij kwam steeds dichterbij. De bewaker riep naar beneden en vertelde wat hij zag. Toen zei David: ‘Als de man alleen is, komt hij met goed nieuws.’

Toen zei David: ‘Ga even aan de kant staan.’ Dat deed Achimaäs. Op dat moment kwam de soldaat uit Nubië binnen. Hij zei: ‘Mijn koning, ik breng u goed nieuws. Vandaag heeft de Heer uw tegenstanders verslagen.’ ‘En is alles goed met mijn zoon Absalom?’ vroeg David. De soldaat zei: ‘Ik hoop dat het met al uw vijanden net zo slecht afloopt als met uw zoon.’

David schrok zo erg dat zijn hele lichaam begon te trillen. Hij ging naar een kamer boven in het gebouw bij de stadspoort. Daar begon hij te huilen. En terwijl hij heen en weer liep, schreeuwde hij: ‘Mijn zoon Absalom, mijn zoon! Mijn zoon Absalom! Was ik maar dood in plaats van jij! Absalom, mijn zoon, mijn zoon!’ Joab kreeg te horen dat David huilde en rouwde om zijn zoon Absalom. Toen ook Davids soldaten dat hoorden, veranderde hun blijdschap om de overwinning in verdriet.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dienaren van David vonden Absalom.
Toen het muildier waarop hij reed, onder een grote eik ging,
raakte zijn hoofd tussen de takken geklemd.
Omdat zijn muildier verder liep
kwam hij tussen hemel en aarde te hangen.
Een soldaat zag dat en zei aan Joab:
'Ik heb Absalom gevonden! Hij hangt in een eik.'
Toen nam Joab drie speren
en stootte daarmee in het hart van Absalom,
die nog levend in de eik hing.

David zat in de stadspoort.
Toen een wachter op het dak van het poortgebouwklom,
boven op de muur en rondkeek,
zag hij iemand die heel alleen kwam aanrennen.
Hij liet het aan de koning zeggen.

De koning zei: `Wacht hier even aan de kant.' Achimaas deed dat.
Toen kwam ook een Kusiet aan.
Hij zei: `Ik heb goed nieuws voor de koning.
God verschafte je recht tegenover al wie tegen jou in opstand kwam.' Maar de koning vroeg: 'Is alles goed met Absalom?
De Kusiet zei: `Het was te wensen
dat het alle vijanden van mijn koning,
allen die kwaad tegen jou beramen,
ook zo mag vergaan als met die jongeman.'

Diep geschokt trok de koning zich terug
in de kamer boven het poortgebouw.
Wenend liep hij op en neer, terwijl hij bleef roepen:
'Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom!
Ach stierf ik maar in jouw plaats, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!'
Aan Joab stuurde men het bericht:
'De koning weent en treurt over Absalom.'
Bij iedereen die hoorde dat de koning verdriet had om zijn zoon,
sloeg de overwinningsroes op slag om in rouw.



Stilstaan bij …

David
Tweede koning van Israël.
Lees meer over koning David

Absalom
(= Hebreeuws: ‘Vader van de vrede’)
De derde zoon van David.

Joab
(= Hebreeuws: ‘God is vader’)
Bekwaam en succesvol bevelhebber in het leger van koning David.

Achimaas
(= Hebreeuws: ‘Mijn broeder is raadgever’)
Achimaas was de zoon van de hogepriester Zadok.
Tijdens de opstand van Absalom bleef hij trouw aan David en gaf hem informatie over Absalom toen die in Jeruzalem was. Hij was een hardloper en de eerste die David het nieuws bracht over de nederlaag van Absalom. Maar hij zei niets over zijn dood.
Toen zijn vader Zadok stierf, werd Achimaas de volgende hogepriester.

Kusiet
Bewoner van Nubië, een gebied ten zuiden van Egypte.
Joab stuurde een niet-Israëliet als bode naar koning David omdat hij vreesde dat het niet goed zou kunnen aflopen met de brenger van slecht nieuws.





Suggestie

EXTRA

Rouw en verdriet

Klik hier voor suggesties bij het verwerken van rouw.